Ik ben een van eenvouds verlichte waterende eenvoudige vakman
Ik ben een van eenvouds verlichte waterende eenvoudige vakman
februari 5, 2015
Ik ben een van eenvouds verlichte waterende eenvoudige vakman die een tekening maakt of een schilderij, en in de marge wat absurdistische verhaaltjes bij elkaar prakt en dat zo goed mogelijk op schrijft.
De rest is opgekookte shit.
Daar zijn ze natuurlijk hoogst pissig over,want in Fries land willen ze dat niet begrijpen, daar ligt hun makkes.
Ik hoor namelijk nérgens bij, ik wíl ook nergens bij horen, ik ben een éénling en dat wil ik blijven.
Géén kulturele kliekjes, géén opgeschroefde verhalen, géén Boekenballen, géén shit, géén intellektuweel gelul, vrete en danspartijen; àls ik daar per ongeluk toch in zo’n kliekje beland, word ik dronken van ellende, ga ik vloeken, schelden,schreeuwen, met armen en benen rond mij heen maaien.
Zélf ben ik van geen enkele importantie; je moet mijn werk leuk vinden of niet, dat maakt mij helemaal niets uit, maar je moet niet in mijn smoel glimlachen en achter mijn rug tijdens een opening van een tentoonstelling mijn werk belachelijk maken zoals die fijne Groningse meneer R . B. flikte en dan kijkt zijn lieve vrouwtje Henriët er van op dat ik ‘ m de deur uit heb getrapt.
En of ik er nu een mooie, gepassioneerde vriendin op na houd of af en toe eens aan mijn ballen krab dat de schil fers er af vliegen, mijn vinger door mijn gleuf haal en behabehaaglijk mijn eigen geur op snuif, een geur van champignons uit mijn liezen zie op walmen, vies is lekker of me laat neuken door een mooi wijf met een voorbinddildo voor, gaat het luizige, pluizige kunstpubliekje in princi pe toch geen sodemieter aan, eigenlijk.
Zo vroeg Wim Duzijn mij onlangs nog of ik de mannen anaal likte. Ik heb het geprobeerd maar die meneer was net gefistfuckt door iemand met grote berenklauwen, zijn anus stond ellipsvormig wijd open als op dat schilderij van Munch, dus ik verdwaalde daar gewoon in, die grot was zo wijd dat mijn tong steeds een driedubbele axel met schroef sloeg. Ik werd elke keer bijna met mijn kop naar binnen gezogen een geef dan maar eens tegengas! Adembenemdn wat er te belven valt als je je even argeloos tussen de mannen begeeft die ook van mannen houden!
Frederici di Primitivi: ’t Is met mij zo geweest dat mijn kunstwerken altijd eerst door galeriehouders en museum directeuren geweigerd werden omdat zij zo ongewoon in het genre waren.
Zo nu en dan kwam de intelligente, wel bespraakte kunst historcia Jacqueline C. uit Utrecht hier kijken en zei : Wat jij maakt heb ik nog nooit gezien !
En dan zeg ik : Ik ook niet daarom maak ik het, want een ander doet het niet !
’t Heeft ook allemaal te maken met mijn afkomst.
De ene tak van de familie komt uit Noord Frankrijk. Beauvais. Daar heb je nog die los gezongen verftoetsen en pathologische potloodstreken, die een eigen leven gaan leiden. Op de automatische piloot, hè!
Het leven in de Bourgogne is ontspannen. Terwijl, boven de Moerdijk, daar gaat dat allemaal op één monotone calvinis tische domineesdreindreun door.
Stijve Jezussen uit Kampen, Friesland en Groningen zijn het, zombies met hun fatsoensmoraal!
Die Noordelijke kunstenaars hebben ook dat boertige, houterige, gluiperige.
De taalgrens ligt voor mij bij de rivieren. Boven de rivieren verandert de instelling van de meeste mensen, behalve van Soul Sister Sunkist, die dansend door het leven gaat met veel muziek !
Taal is muziek.
Je moet de kadans horen lopen. Echt zo van Kedeng Keding. Ik bedoel van Lekker Ding, lekker Ding.
Beeldende kunst gaat over structuren. Kijk maar naar het magistrale werk van kunstenaar Rammelzee in Galerie Gammelstrand.
Wie niet structureert is voor mij een fanta sieloze klerk! Die vlotte subisie boys met de laatste mode designbrillen die allemaal met een digitaal cameraatje rond lopen met een air van wij maken tob kunst, hun foto boekje worden binnen tien jaar vergeetboeken.
Modieuze flut!
Het bezwaar dat ik vanuit de Bourgogne tegen Nederland van boven de rivieren heb, is dat alles hier verziekt wordt door die grimmige, calvinistische ruzie en rotsooi sfeer. De positief ingestelde lezer heeft aan mij een gouden Uebermensch met een lul van platina, kan niet door roest en, ballen van verrijkt uranium, dijen van elpenbeen, tanden van ivoor met ingelegd amethisten en borsten als druiventrossen na die laatste hormonen kuur, die goed is aangeslagen met mijn nieuwe electrische tandenborstel en waterpik. Vim schuurt en kan niet krassen. Toch zegt een dubbel D cup an sich ook niet alles. Als ik daar over begin kan ik nog uren door gaan.
Hoe zullen wij dan leven?
Elkaar bestrijden, afmaken, smiespelen, intrigeren, de jaloezie, de kinnesinne en de rancune, dat is mij gotzijdank allemaal vreemd…