NOOIT BEANTWOORDE VRAGEN DOOR FRED VAN DER WAL OVER MICHAEL PODULKE EN GALERIE MOKUM AAN JANNA VAN ZON

MICHAEL FRANCIS PODULKE, (FOTO GENOMEN FEBRUARI 1969 GEMEENTEMUSEUM ARNHEM) ONDERGEWAAR DEERD DOOR DE GALERIE MOKUM SCHILDERS EN DE AMSTERDAM- SE KUNST SIEN. IK KWAM VAN 1967-1970 OVER HUIS BIJ MICHAEL EN EUGENIE PODULKE. iK WOONDE VIJF MINUTEN LOPEN VAN DE LEIDSEKADE IN DE NIEUWE SPIEGELSTRAAT 48 AMSTERDAM CENTRUM.

NOOIT BEANTWOORDE VRAGEN DOOR FRED VAN DER WAL GESTELD AAN JANNA VAN ZON OVER MICHAEL PODULKE EN GALERIE MOKUM.

JANNA VAN ZON, OPVOLGSTER VAN DIEUWKE BAKKER ALS EIGENARESSE VAN GALERIE MOKUM. HAAR NAUWELIJKS VERBORGEN ANTIPATHIE TEGEN FRED VAN DER WAL DE OORZAAK VAN GEBREK AAN MEDEWERKING?

1. Hoe zie je de rol van Michael Podulke in het kader van Galerie Mokum als organisator en hoe als mens?

2. Hoe bezie je het verdwijnen van alle documentatiemappen van Mokum?

3. Was het niet verstandig geweest de documenten in kopie te be-waren op afzonderlijke plekken? Kunsthistorisch onderzoek naar de historie van Galerie Mokum is met het verdwijnen van de docu nu zo goed als onmogelijk. De kaartenbak met klantgegevens blijkt ook verdwenen waarmee essentiële informatie over locatie van de aangekochte werken niet meer te verifiëren valt.

4. Hoe is je visie op Teunn die m.i. een zeer twijfelachtige rol heeft gespeeld? Uit haar huis heeft deze contraprestatieschilder volgens Dieuwke Bakker een aquarel ont vreemd indertijd toen Dieuwke voor de zoveelste maal was opgenomen in een in richting.

5. Hoe is je visie op Rutger Brandt? Je noemde hem eens een or-ganisator van expositie van de “potjes en pannetjes fabriek”.

6. Wie van de Mokum kunstenaars is het meest betrouwbaar om verdere info van te krijgen?

7. Begin 1970 gaven wij (Ina en ik) Dieuwke Bakker de tip dat het pand van het huidige Mokum te koop was van antiquarische boek-handelaar Pfann waar Bakker aanvankelijk niet eens op in wilde gaan want zoals Bakker diverse malen heeft gezegd tegen mij; “Als jij het wat vindt kan het niks zijn!” Bakker heeft altijd beweerd dat zij degene was die de nieuwe vestigingsplek van Mokum had ontdekt tegen de waaarheid in dus. Ben je van deze gang van zaken op de hoogte?

8. In 1967 bemidddelde ik tussen de art director Hans Ducro van Panorama en Dieuwke Bakker/Michael Podulke hetgeen resulteer-de in een aantal covers voor Panorama van een aantal Mokum schilders waar Dieuwke Bakker mij toeen buiten liet. Is dat feit bij jou bekend?

9. In een mail van geruime tijd geleden deelde je mee dat Dieuwke Bakker achter mijn werk stond alhoewel ik volgens het verhaal “nooit iets verkocht”. In 1972 maakte Dieuwke Bakker in samen-werking met Teunn die haar tegen mij opstookte zulke problemen dat ik gedwongen was de galerie te verlaten op eigen initiatief. Dieuwke Bakker zei mij toen: “Net nu je werk goed begint te verko-pen ga je weg!”

Is dat niet met haar andere lezing in tegenspraak? Of laat je her-innering je hier in de steek.

10. In 1967 raadde ik Dieuwke Bakker de goed verkopende Utrechtse kunstenaar Peter van Poppel aan, die toen nog geen galerie had. Haar reactie was: “Als jij het wat vindt kan het niks zijn!” Is dat niet wat merkwaardig?

11. De internationale figuratieve kunstenaar Erro verzocht om een tentoonstelling in 1968 in Galerie Mokum. Een uitstekende kans voor de galerie om internationaal naam te vestigen. Dieuwke en Podulke wezen het voorstel af, ondanks mijn raad de expositie wel te houden omdat een tentoonstelling van deze status de galerie veel publiciteit en goodwill zou opleveren bij de pers.

12. In 1971 vroeg het Städtisches Museum te Bonn om een ex-positie te houden van de Mokum groep. Dieuwke wees dat af met twijfelachtige motieven. Hoe zie je die afwijzing? Denk je ook niet dat Dieuwke Bakker die tentoonstelling af hield omdat haar eigen (financiële) belangen boven die van de kunstenaars gingen?

13. In de overzichtscatalogus Dertig jaar Galerie Mokum met een inleiding van Sjouk Stigter (zonder beroep) worden de namen ge-noemd van de vaste exposanten van de Mokum groep, waar mijn naam opzettelijk is buiten gehouden. Is daar een reden voor aan te voeren behalve de rancune van Sjouk Stigter dat hij mijn woning aan de Nieuwe Spiegelstraat niet kon overnemen?

14. Na de dood van Dieuwke Bakker werd de galerie enige tijd geleid door de heer Venekamp (stewardess KLM) en door jou. Venekamp kocht ooit eeens twee teke ningen van mij, maar be-weerde vervolgens dat ik absoluut niet meer kon exposeren in Galerie Mokum vanwege “gebrek aan kwaliteit”. Vanwaar deze reactie?

15. Je zei eens dat je beslist geen “ideale galeriehoudster” was. Daar keek ik van op, want dat vind ik nogal meee vallen. In welk opzicht dichtte je jezelf die kwalificatie toe?

16. In 1968 of 67 hield Podulke een expositie van het verschrikke-lijk amateuristische werk van Margje Toonder. Dat heeft Galerie Mokum toen de connectie met Melle gekost die over ging naar Galerie d’Eendt. Als antwoord op mijn visie dat ik die expositie uitermate onverstandig vond zei Podulke dat Margje Toonder rela-ties zou kunnen binnen halen van de Toonder familie. Hetgeen geen resultaat heeft gehad. Hoe zie je aan tegen die beslisssing van Podulke/Bakker.

17. Diewke Bakker heeft in één van haar overspannen periodes een gouache van mij en twee tekeningen uit de Mokum collectie indertijd bij de vullisbak gezet die zij gekocht had voor de Mokum collectie, omdat zij beweerde dat mijn ouders S.S.-ers waren, het-geen nergens op berust. Mijn vader waar ik overigens nooit contact mee had leefde van een verzetspensioen. De laster dat ik uit een S.S.familiekom is overgenomen door de galerie assistente Els Stroetinga en op Arti et Amicitiae verspreid om mij ten onrechte te stigmatiseren

18. Wat is er nog over van het werk van mijn hand dat in de Mo-kum collectie werd opgenomen tussen 1967 en 1973.

19. Kun je je voorstellen dat ik indertijd (najaar 1973) walgend afscheid nam van Galerie Mokum nadat ik gemaand werd door Dieuwke Bakker om het van haar gehuurde atelier aan de Prin-sengracht op stel en sprong te verlaten omdat Teunn een tweede atelier nodig had om zijn “vriendinnen” te kunnen ontvangen, alhoewel Dieuwke mij mondeling had gegarandeerd het atelier 5 jaar lang te kunnen huren. Pleit dit voor haar veelvuldig geroemde betrouwbaarheid? Dieuwke gaf hoog op over de huwelijkstrouw van de  Mokum schilders.

20. Onder andere de gemankeerde romancier Henk Romijn Meijer noemde Dieuwke Bakker uitermate betrouwbaar en bereid kun-stenaars die tijdelijk weg liepen bij de galerie wederom aan te nemen. Mijn ervaringen zijn geheel anders. Is dat niet veel zeg-gend?

21. Is het bekend dat Dieuwke eiste dat ik mijn woning aan de Nieuwe Spiegelstraat ter beschikking zou stellen van kunstschilder Chris en zijn tijdelijke vriendin Elsje van Geest en anders het atelier aan de Prinsengracht zou worden uit gezet? Is dat geen chantage te noemen?

22. In 1968 beweerde Teun Nijkamp dat hij zoveel succes zou heb-ben dat hij binnen tien jaar een kasteel aan de Loire zou kunnen kopen. Ik betwijfelde dat ten zeerste.

Nu is Teun Nijkamp voorzitter van de provinciale kunstenaars-vereniging van Zeeland, woont in een klein dorp in een klein, onaanzienlijk huisje en ik vlak bij de Loire. Is dat geen bizarre speling van het Noodlot te noemen?

 

23. Via Chris van Geest hoorde ik jaren geleden dat Teun Nijkamp twee in 1967 door hem gekochte tekeningen van mij heeft vernie-tigd. Is hij daarin geen opvolger van Dieuwke Bakker die tijdens één van haar psychoses twee van mijn voor haar collectie aange-kocht werken, een gouache en een tekening bij de vullisbak zette?

24. De verkoop van de twee tekeningen ter bedrage f 300,- in 1967 heb ik nooit betaald gekregen van Dieuwke Bakker. Zij beweerde dat het expositiekosten waren voor een groepstentoonstelling waarvoor na informatie geen van de deelnemers hoefden te betalen. Hoort dat bij haar betrouwbare karakter?

25. De tentoonstelling van Mokum schilders in New York is indertijd een groot fiasco geworden indertijd, de kunstenaars spraken geen woord Engels, gedroegen zich provinciaal en wilden zo snel moge-lijk weer naar huis omdat ze het Empire State Building te hoog vonden, volgens Het Parool. De New Yorkse Galerie lag in een achterbuurt en was niet meer dan de huiskamer van Halley Pancer. Berust die visie op waarheid?

26. In 1967 kocht de contraprestatiesschilder Teun Nijkamp een lingauphone cursus Engels omdat hij in Amerika beroemd zou worden, waarin hij niet slaagde. Nu is Teun beroemd bij de buren en de drankwinkel in Kats te Zeeland. Soms moet men door gebrek aan talent zijn doelen lager stellen.

27. Is met de intrede van de commerciële 17- eeuwse stillevens imitator en Saenredam epigoon Henk Helmantel niet de absolute neergang van Galerie Mokum als toon aangevende galerie wat gevarieerde figuratie begonnen en daarmee de bloedeloze ver-commercialisering van de galerie begonnen?

28. Teunn kreeg in 1969 in het Arnhems Gemeentemuseum terecht een achteraf plaats met zijn waterverfjes ter grootte van pleepapiertjes, zoals Theo Daamen op merkte, en mijn tekeningen werden terecht breeduit geëxposeerd. Teunn beweerde dat ik de directie van het museum had gemanipuleerd en zei mij “wraak te zullen nemen”.

“Voor wat” heb ik hem toen gevraagd. Is dat jou bekend?

 

29. Na de diefstal van een Sal Meijer uit de dependance van de galerie suggereerde  Teun Nijkamp tov. de paranoïde Dieuwke Bakker dat ik een sleutel van de galerie aan de kunstvervalser GeertJan Jansen zou hebben gegeven, hetgeen uiteraard onwaar is. Het Sal Meijer schilderij werd gestolen doordat een raam aan de voorkant van de galerie aan de Prinsengracht niet met een borg pen was verzekerd waar ik Dieuwke Bakker een aantal malen van op de hoogte stelde. Is deze situatie van de onterechte beschuldig-ing jou bekend?