Met Fred van der Wal aan tafel in de uitzending van ‘De Literatuerfabryk’

 

Geplaatst op 05-04-2007 20:17 door fred van der wal in categorie literatuur - Bewerk dit bericht

Met Fred van der Wal aan tafel in de uitzending van ‘De Literatuerfabryk’ Mous: wat gezegd moet worden moet gezegd worden

 

24 maart 2007

 

(tekst: kunsthistoricus Huub Mous op zijn weblog: www.huubmous.nl )

 

Gisteravond zat ik opeens met Fred van der Wal aan tafel in de uitzending van ‘De Literatuerfabryk’ in boekhandel De Tille in Leeuwarden. Het was de bedoeling dat ik hem zou interviewen. Dat had ik vooraf niet zo begrepen. Ik had gedacht dat we samen geïnterviewd zouden worden. Wat doe je dan in zo’n situatie? Je denkt: ‘God zegen de greep.’

 

Fred van der Wal is een omstreden figuur in Friesland. Tegenwoordig woont hij in Frankrijk, in een soort kasteel tje, zo’n 50 kilometer van Nevers. Al heel lang schrijft hij op zijn weblog hele nare ding en over mij. Niet dat ik daar last van heb, maar er zijn soms mensen in mijn omge ving die me daarop wijzen. Weet je wel wat hij allemaal over je zegt? Ja dat weet ik. Ik ken Fred langer dan van daag. Hij beoefent de publieke tirade al decennia lang en speelt daarbij rechtstreeks op de man door iemand openlijk aan te vallen of in een kwalijk daglicht te zetten.

 

Dat doet hij niet alleen met mij, maar met allerlei mensen in Friesland. Soms word ik wel eens gebeld door iemand, die me vraagt: ‘Wie is die Fred van der Wal?’. Dan voelt die gene zich gekwetst of zelfs bedreigd door wat Fred allemaal beweert. Ik probeer dan meestal wat geruststellende woorden te vin den zoals: ‘blaffende honden bijten niet’ of ‘woor den doen geen pijn’. Maar dat komt niet altijd goed over.

 

Fred van der Wal kan mensen soms heel diep raken. Hij vindt dat hij daar recht op heeft, omdat hem veel onrecht is aan gedaan. Mijn eerste vraag aan hem was dan ook: ‘Waarom ben jij vaak zo boos op mensen? Weet je wel wat je allemaal met je woorden teweeg brengt?’ ’Hoezo?’, vroeg Fred en hij toon de zich oprecht verbaasd. Wat hierop volgde was een nogal verwarrend gesprek, waarin ik probeerde te achterhalen waarom hij zich zo gedraagt.

 

De oorzaak ligt - geloof ik - deels in een conflict, dat zich in 1985 heeft afgespeeld tussen een groep Friese kuns tenaars enerzijds en de Provincie Fryslân en de Fryske Kultuerried anderzijds. Er werden in die tijd door de Pro vincie in no time veel kunstwerken aangekocht, waarbij veel zogeheten ‘vrije kunstenaars’ zich benadeeld voelden, omdat zij meenden dat kunstenaars die ‘in de BKR zaten’ wer den bevoordeeld. Ook werd er werk van parters van leden van de adviescommissie aangekocht en zelfs van een lid van die commissie.

 

Daar zijn veel Friese kunstenaars toen heel boos over gewor den en dat leidde tot een grote rel die zelfs de landelijke pers heeft gehaald. Fred van der Wal en ik kwamen in dat conflict diametraal tegenover elkaar te staan. Daarnaast voelde hij zich door meer mensen tegen ge werkt, niet al leen door sommige collega-kunstenaars maar ook door kunst critici van de Leeuwarder Courant.

 

Fred werd het slachtoffer van ostracisme. Dat is een proce dure van collectieve uitsluiting. Deze term stamt uit het oude Griekenlad, toen mensen die teveel macht kregen door middel van een ’scherven recht’ voor tien jaar uit de gemeenschap van Athene werden verbannen. Ostracisme bestaat ook nog in onze tijd. Zo werden bewoners van een concentra tiekamp soms door hun medekampbewoners collectief uitge stoten, omdat ze brood van een ander hadden gestolen. Ook in de politiek kan ostracisme nog voor komen, bij Pim For tuin bijvoorbeeld of Geert Wilders. Het fenomeen kan zich in een werk situa tie of een gezin voordoen. En soms in een grote gemeenschap als er een collectief orgaan is dat een monopolie heeft en dat uit naam van de gemeenschap iemand in de ban doet.

 

In Friesland heeft de Leeuwarder Courant een dergelijke machtspositie. Als men daar bepaalt dat iemand niet meer in de krant komt, dan komt hij of zij niet meer in de krant. Fred van der Wal had destijds een galerie in Garijp. Maar toen hij merkte dat hij in bepaalde kringen werd uitgesto ten, werden zijn tentoonstellingen ook niet meer besproken in de Leeuwarder Courant. Ik heb zijn verhaal aangehoord. Ik kan niet checken of het klopt, maar het kwam me wel ge loofwaardig voor.

 

In Friesland komen dergelijke processen nog steeds voor. Laats hoorde ik iemand, die in een bestuur van een belang rijke Friese organisatie zit, iets zeggen over een mede bestuurslid die na een ruzie was opgestapt: ‘Die komt in Friesland nooit meer aan de bak.’ In deze provincie bestaan er nogal wat ondergrondse structuren die het reali seren van zo’n dreigement daadwerkelijk mogelijk ma ken. Het over lappen van twee collectieve geloofsystemen (bij voorbeeld een politieke overtuiging en Fries chauvinis me) maakt ostracisme makkelijk uitvoerbaar. Bovendien is in Friesland politieke macht vaak met publicitaire macht ver weven op een wijze die voor weinig mensen inzichtelijk is.

 

Ostracisme is een soort onhoorbare collectieve tam tam. Je ziet het niet, je hoort het niet, maar wie het slachtoffer wordt van dit magisch ritueel komt opeens nergens meer aan de bak. Dit soort tribale me chanismen zijn zo oud als we reld en komen overal voor. Toch blijf ik van mening dat de condities voor dit kwalijke fenomeen in Friesland sterk er aanwezig zijn dan elders. Het is hier van oudsher een sterk corporatieve samenleving. ‘Met zijn allen en voor zijn allen’. En o wee als je jezelf te ver buiten de roedel begeeft, dan hoor je er opeens niet meer bij.

 

Dat wil niet zeggen dat ik Fred van der Wal een lieve jong en vind en ik alles goedkeur wat hij schrijft. Ik vind dat hij in veel opzichten te ver gaat met zijn woorden. Na het gesprek met hem vroeg ik me af of er wel objectieve crite ria bestaan voor wat je allemaal over andere mensen mag zeggen en schrij ven. Waar gaat een tirade over in een doel bewuste belediging of zelfs smaad? We hebben in Nederland nog altijd de rechter die hierover beslist, maar dat wil niet zeggen dat er geen ongeschreven morele regels bestaan die voor jezelf helder moeten zijn.

 

Later op de avond in De Bres werd ik door iemand aangespro ken - haar naam doet er even niet toe - die kennelijk mijn weblog volgt. Ze vroeg of ik me wel eens afvraag of ik niet te ver ga met wat ik allemaal over andere mensen schrijf. Ik dacht even na en zei: ‘Jawel, maar dan schrijf ik het toch, want dan weet ik dat het goed is. Als je maar eerlijk bent en schrijft wat je ook recht in iemands gezicht zou zeggen.” Het klinkt misschien hard, maar ik geloof wel het zo zit .Wat gezegd moet worden, moet gezegd worden. Zeker in Friesland, waar de sfeer van ‘ons kent ons’ nog altijd niet van de lucht is. Een benauwde sfeer is dat, die niet zelden leidt tot een verwerpelijke vorm van ostracisme.

 

Foto: Henk van der Veer