DE MOFFIES SCHREEUWENDE GALERIE HOUDSTER D.B. (DEEL 3)

Tussen 1968 en begin jaren zeventig zat Dieuwke Bakker ieder jaar in de periode dat de blaadjes gingen vallen in een psychiatriese inrrichting. De eerste keer was tijdens een groepstentoonstelling in 1968 waar ik aan mee deed.

Als Dieuwke afwezig was werd er totaal niets verkocht.

Haar vennoot, de op het eerste gezicht charmante ex-paracommando Michael Podulke zat de hele dag te zuipen en dat stootte klanten af.

De tweede keer was mei 1969 toen ik mijn eerste en enige eenmanstentoonstelling in de galerie had. Wederom: Dieuwke niet aanwezig, niets verkocht. Galerie stond op de rand van een faillissement.

Dieuwke had mischien een grote bek, een onaangenaam karakter en weinig kennis van kunsthistorie en al helemaal weinig oog voor kwaliteitskunst zoals mijn werk; verkopen kon ze als de beste. Na 1970 werd de galerie een verkooppunt voor de kitsch 17-e eeuw namaak schilderijen van Henk Helmantel, op fotos gelijkende schilderijen van potjes, pannetjes, besjes, kastanjes, kerk interiuers.

De opvolger van Dieuwke Bakker, Rutger Brandt zette de lijn van potjes en pannetjes schilders verder door.

 

In 1968 poogde Dieuwke Bakker de Engelse kunsthandelaar Jimmy Macmullen het hof te maken.Hij was een notoire homoseksueel en stuurde na haar talloze schriftelijke avances een kaartje met de tekst:”Dieuwke, Please send no more cards!”

Najaar 1968 kwam de volgvereten fatso Macmullen nog een keer naar Galerie Mokum en vroeg of ik zin had om de nacht door te brengen in het Amstelhotel in zijn bed.

Daar had ik dus geen zin in.

“Within a few weeks I’m gonna get married!” zei ik beledigd tegen hem.

“ Ooh, that does not matter! That’s your problem! I know you would enjoy it to be fucked in your ass all night long!” zei hij tegen mij.

Zijn lul zou 24 cm. lang zijn hield hij vol. Ik felicicteerde hem er nog wel even mee.

Het gesprek hield daar mee op, want ik liep weg. In one night stands heb ik nooit wat gezien.

Michael Podulke vroeg me waarom ik niet in ging op de wens van de Engelse homoseksjuweel.

“ Omdat ik hem niet alleen weerzinwekkend vindt maar ook geen homoseksjuweel ben! Daarom niet! En een dronken homoseksjuweel is helemaal een remedie tegen de gelijkslachtelijke omgang! Als hij ’t anders aangepakt had was ik ook niet met ‘m mee gegaan!”

“Dat geeft niets. Je zou het altijd eens kunnen proberen! Zo erg is het niet! Misschien houd je er wel een tentoonstelling aan over in de Obelisk Gallery in Londen,” zei Michael, die van alle sexuele markten thuis was en als paracommando in de tweede wereldoorlog gedropt was op de Filippijnen en met zijn maten soms een geit neukte.

“ Ik ben niet te koop zoals Teun Nijkamp, Michael, dat zou je zo langzamerhand toch moeten weten!” zei ik kortaf.

Juni 1969 reed ik met de latere Meester vervalser GeertJan Jansen, Chris van Geest en de stomdronken Jimmy Macmullen het hele land rond in de Jaguar van Chris. Jimmy poogde mij al gauw in mijn kruis te grijpen en mompelde iets van “Gorgeous” tegen me en wilde me recht op de bek pakken. Ik weerde de avances lachend af en vroeg of ik voor in naast de bestuurder kon zitten. Aan GeertJan vroeg ik wat Gorgeous betekende.

“ Zoiets als lekker stuk!” grinnikte GeertJan, die in seksjuweel ozpicht van alle markten thuis leek en volgens de paranoiede Dieuwke met Jimmy neukte. Laat in de avond reden we naar verzamelaar Pijnenburg die aan kwam zetten met een grote houten doos sigaren die hij met een leren riem om zijn hals had hangen alsof hij een serveerster in de bioscoop was. Het kostte me moeite om niet te gaan lachen.

In zijn museale privé ruimte hingen dure Cobra schilderijen.

We reden nog even langs het ouderlijk huis van GeertJan, onder architektuur gebouwd door Oud, een tijdgenoot van Rietveld. Voor de zekerheid ging ik op de terug voor in de auto zitten. Een beschonken Jimmy viel achter in de wagen in slaap, zijn hand in eigen kruis. Ik liet ‘m maar begaan. Ik ben nu eenmaal in seksjuweel opzicht erg tolerant maar wil beslist geen polonaise aan mijn lijf. Vroeg in de volgende ochtend was ik weer thuis.

 

Sept. 2005 nam ik deel aan de herinneringstemtoonstelling ter ere van Dieuwke Bakker. Mijn tekening was verkocht voor vijftienhonderd euro tijdens de opening en bestemd voor de Dieuwke Bakker collectie. Een record opbengst voor een tekening van mijn hand. Het was er zo druk tiidens de opening dat het eerste uur onmogelijk was de galerie in te komen. Ik zag de collega schilders die ik 35 jaar geleden voor het laatst gezien had. Well to do zestigers met wit haar.

Enkelen van de oorspronke lijke Mokum groep schilders was al jaren dood.

De weduwe van Wout Muller weigerde mij te groeten. De reden is mij onbekend. De galeriehouder besteeddde geen enkele aandacht aan de exposanten. De goedkoop uitgevoerde invitatiekaarten waren te laat aan de kunstenaars over handigd. Namen van de deelnemende kunstenaars werden niet vermeld op de invitatiekaarten. Een persconferentie was de organisatie vergeten te organiseren. Met veel moeite kon ik na twee uur een glaasje goedkope, zure openingswijn veroveren.

Ik dronk de wijn op samen met Rini S., echtgenote van de kunstverzamelaar Sjouk Stigter. We stond ebuiten de galerie en leundne tegen de smeedijzeren reling van de brug. De lege glazen gooiden we in de gracht. Haar echtgenoot was zwaar ziek en ze moest om vier uur al weer terug naar huis om hem te verzorgen.

In de after party sprak ik Tobias Baanders en Kik Zeiler. Ik ging vroeg naar huis.